
100 Falls (2013)
100 Falls heeft iets cartoonesk en clownesk, maar tegelijkertijd is het ook een zeer krachtige en poëtische representatie van de tragiek van het mens-zijn (zoals clowns en cartoonfiguren dat ook zijn). Vallen en opstaan, telkens weer. Een onophoudelijke loop, telkens hetzelfde maar ook telkens anders.
De val en de doffe klap bij 100 Falls voelt honderd keer pijnlijk en absurd, maar het is ook honderd keer draaglijk omdat de kunstenaars een substituut voor het lichaam (en van het lijden) hebben ingezet. De dummy, een soort crash-test stuntdubbel, vangt 100 keer de klap op, maar maakt de kijker tegelijkertijd ook onderdeel van het repeterende werk, want uit de onverbiddelijke, absurdistische cyclus van 100 Falls valt niet te ontsnappen, tenzij je tussentijds wegloopt.